Het zuiden van het Duitstalige Oost-België ligt op het raakvlak tussen de Eifel en de Ardennen, tussen de Rijn en de Maas. In de gemeenten Bütgenbach, Büllingen, Amblève, Sankt Vith en Burg-Reuland zijn kenmerken van beide natuurgebieden terug te vinden, op het vlak van landschap, architectuur en cultuur. Ooit maakten de gemeenten deel uit van het Groothertogdom Luxemburg.
De Vallei van de Our is een karakteristieke diepe vallei van een buitengewone landschappelijke schoonheid. Rustige gehuchten bieden een uitzonderlijke levenskwaliteit. De gemeente Burg-Reuland is de belangrijkste troef, met de ruïnes van het kasteel en het grensdorp Ouren, met het befaamde Drielandenpunt.
